woensdag 22 september 2010

Drijfveren, persoonlijkheden en vaardigheden


Drijfveren zeggen iets over je motivatie, houding, voorkeur en waarden. Je drijfveren kunnen als gevolg van tijd, ervaring of anderszins veranderen. Hoe meer je drijfveren zijn terug te vinden in je studie of werk, hoe beter je je op je plek zult voelen.


Bij drijfveren gaat het er om wat mensen werkelijk beweegt. Ben je bijvoorbeeld meer geïnteresseerd in autonomie en individuele vrijheid of ga je meer voor macht en status? De volgende drijfveren worden vaak onderscheiden:
- Materiële beloning;
belang dat je hecht aan een hoog inkomen, materialisme;
- Macht en invloed; verlangen andere mensen en gebeurtenissen te kunnen leiden of beïnvloeden;
- Persoonlijke waarden en normen; bijdragen leveren aan een groter geheel en daaraan eigen financieel of ander belang ondergeschikt maken.
- Specialisme; ergens heel goed in willen zijn;
- Creativiteit; produceren van nieuwe ideeën of producten, vernieuwend bezig zijn;
- Sociale contacten; gezelligheid en vriendschap;
- Autonomie; onafhankelijkheid en zelf beslissingen kunnen nemen;
- Zekerheid; lange termijn zekerheid is belangrijk, zoals een pensioen, vast inkomen en eigen huis waar je lang in kan blijven wonen.
- Status; indruk of aanzien is belangrijke drijfveer, bijvoorbeeld via geld of een specialisatie die dan als middel dienen.


Persoonlijkheid
De meeste mensen volgen een opleiding, vinden vervolgens een baan, doen dan allerlei cursussen en veranderen weer van baan zonder dat ze ooit systematisch kijken naar hun persoonlijkheid, naar wie ze zijn. Hierdoor komt het regelmatig voor dat mensen, ondanks al hun opleiding en ervaring, toch niet gelukkig zijn in hun werk.

Persoonlijkheid zegt iets over wie je bent en is vrij stabiel. Als je vroeger als kind graag op jezelf speelde, is de kans vrij groot dat je vandaag de dag nog vrij op jezelf zal zijn. Sommige mensen zijn bijvoorbeeld vrij gevoelig, waardoor ze sneller boos of heel enthousiast kunnen zijn. De ene eigenschap leent zich beter voor een bepaalde situatie dan de andere. Voor je werk kan je persoonlijkheid heel bepalend zijn voor je functioneren. Daarom zijn er ook steeds meer werkgevers die, soms als onderdeel van een assessment, een persoonlijkheidstest afnemen.

Een van de best gevalideerde en meest gebruikte persoonlijkheidstests is de Big Five. Deze beschrijft aan de hand van vijf typeringen iemands persoonlijkheid.

Deze vijf persoonlijkheidstyperingen zijn:
1. Emotioneel onbekommerd, de mate waarin we omgaan met stress, gevoelig zijn;
2. Extravertheid, de mate waarin we op de voorgrond treden of meer de kat uit de boom kijken;
3. Gewetensvolheid, de mate waarin we flexibel of meer gedreven en opgeruimd zijn;
4. Vriendelijkheid, de mate waarin we mensgericht, attent of meer zakelijk en direct zijn;
5. Openheid, de mate waarin we een academische, oorspronkelijke kijk op zaken hebben of meer praktisch zijn.

Elke score op deze vijf schalen heeft voor- en nadelen. Er is dus geen goede of slechte score. Wel is het zo dat een bepaalde score beter bij een bepaalde functie of baan past. Men realiseert zich bijvoorbeeld niet vaak dat bij het doorlopen van een bepaalde carrière de functies qua inhoud behoorlijk kunnen veranderen. Het krijgen van een bepaalde management verantwoordelijkheid gebeurt vaak op basis van anciënniteit of ambitieniveau. Maar qua persoonlijkheid hoeft iemand daar helemaal niet geschikt voor te zijn, en zal het dus zeer waarschijnlijk helemaal niet leuk vinden. Diep van binnen is deze persoon bijvoorbeeld qua persoonlijkheid veel beter geschikt om zelfstandig iets nieuws op te zetten. Of deze persoon daarvoor over de nodige vaardigheden of capaciteiten beschikt is weer een andere vraag.


Vaardigheden
Iedereen bezit bepaalde vaardigheden. Vaardigheden geven aan waar iemand bedreven in is. Vaardigheden zijn doorgaans leerbaar. Dit in tegenstelling tot persoonlijkheidskenmerken en karaktereigenschappen, die meer je stijl of houding bepalen ten opzichte van vaardigheden.

Heel vaak zijn wij ons niet bewust van bepaalde vaardigheden. Omdat we er vaak van uitgaan dat een bepaalde vaardigheid gemeengoed is en dat iedereen die vaardigheid dus heeft. Dat is echter niet altijd het geval. Er zijn mensen die zonder enige moeite een groot feest organiseren. Ze nodigen de mensen uit, doen de inkopen en zorgen voor een feestelijke sfeer. Andere mensen zouden hier misschien veel meer moeite mee hebben. Alleen is dat voor de een bijna onvoorstelbaar, zoiets organiseer je toch 'gewoon'?

Vaardigheden bepalen vaak hoe mensen tegen je aankijken. Binnen een organisatie of vereniging gaan mensen op basis van je functie er vaak van uit dat je over bijbehorende vaardigheden bezit. Maar misschien bezit je ook wel andere vaardigheden die niet of minder in je functioneren aan bod komen.

Je kan grofweg onderscheid maken tussen drie soorten vaardigheden. Vaardigheden in relatie tot mensen, tot gegevens en tot dingen. Bij vaardigheden in relatie tot mensen kan je denken aan zaken als samenwerken, onderhandelen of amuseren. Bij vaardigheden in relatie tot dingen kan je denken aan zaken als precisiewerk doen, bedienen of opzetten. Gegevens kan je bijvoorbeeld analyseren, kopiëren of vergelijken. Niet elke vaardigheid is even complex. Hoe complexer een vaardigheid is, hoe minder concurrentie van anderen je op deze vaardigheid doorgaans zal ondervinden.

Het is zonde als in je werk bepaalde vaardigheden die je leuk vindt onvoldoende aan bod komen. Daarom is het de uitdaging die vaardigheden te gebruiken die je leuk vindt, die bij je passen. Of je een vaardigheid die je bezit ook echt leuk vindt heeft veel te maken met je persoonlijkheid. Bij beroepskeuzetests wordt er daarom ook gekeken naar de vaardigheden die je leuk vindt en bij je passen. Op basis daarvan wordt een beroepskeuzeadvies gegeven.


Capaciteiten
Je kan een onderscheid maken tussen twee soorten capaciteiten. Allereerst zijn er de capaciteiten die je vanaf je geboorte hebt en in principe onveranderlijk zijn. Deze aangeboren capaciteiten zijn niet leerbaar. Denk daarbij aan ruimtelijk inzicht, evenwichtsgevoel, reukvermogen of muzikaliteit. Capaciteiten die leerbaar zijn worden ook wel kennis genoemd. Capaciteiten die leerbaar zijn en betrekking hebben op een activiteit zijn vaardigheden.

Eén van de meest gemeten capaciteiten is intelligentie. Niet iedereen verstaat precies hetzelfde onder intelligentie. Beschouw je woordenschat en algemene kennis als een vorm van intelligentie dan kun je het dus leren en heb je het meer over kennis. Beschouw je echter iemand met bijzondere (aangeboren) talige of wiskundige kennis als zeer intelligent dan kun je het dus niet leren en is er sprake van een aangeboren capaciteit.



Bron: http://www.vaardighedentest.nl/

Geen opmerkingen:

Een reactie posten